Blijven bewegen
Voordat corona uitbrak, ging leerkracht Niña Venneman (35)
nog regelmatig voor een langere periode met onbetaald verlof om andere
werelddelen te ontdekken. In de afgelopen twee jaar ontdekte ze, met haar leerlingen
van unit 4 (groep 7 en 8) op basisschool de Esmoreit in Luttenberg, de
mogelijkheden van het afstandsonderwijs en hoe alle kinderen daarin te blijven
ondersteunen.
Vrij leren
Op de Esmoreit vind je combinatielessen taal en rekenen en
lopen leraren regelmatig kriskras door de school om leerlingen van advies te
voorzien. Er wordt gewerkt met VierKeerWijzer, een werkwijze waarbij kinderen
veel vrijheid krijgen om keuzes te maken die bij hun eigen leerstijl passen. ‘We
spreken kinderen aan op hun verantwoordelijkheden en geven hen veel vrijheden.
Dat spreekt me heel erg aan,’ vertelt Niña. ‘Ik ben ervan overtuigd dat ieder
kind een persoonlijke stijl van leren heeft. Zo leert het ene kind goed uit een
boek en kan een ander misschien beter visuele aantekeningen maken. De een heeft
wat vaker een stille ruimte nodig, terwijl de ander juist meer houdt van
samenwerken. En weer een ander heeft in een les wat vaker beweging nodig, moet
er af en toe even tussenuit om zich te kunnen blijven concentreren. Bij ons
krijgen leerlingen die ruimte.’
Een van de favoriete lesonderdelen van Niña is Rots en Water:
een sociale competentietraining waarin kinderen leren over de impact van hun
eigen gedrag. ‘Heel praktisch en lijfelijk allemaal,’ legt Niña uit. ‘We doen concentratieoefeningen,
spelen tikspellen, stoten op stootkussens en begeleiden elkaar blind door
ruimtes. Kinderen leren elkaar te vertrouwen en doen allerlei belangrijke vaardigheden
voor in het dagelijks leven op, zoals doelen stellen, samenwerken en omgaan met
pestgedrag. Ook de kinderen zijn er heel enthousiast over en vragen regelmatig
wanneer de les weer op het programma staat.’
Digitale fitness
Voordat corona uitbrak, werkte de Esmoreit al met online
lessen. ‘Daardoor konden we snel omschakelen naar volledig thuisonderwijs,’
vertelt Niña. ‘De crux zat hem vooral in praktische zaken. Zo waren veel kinderen
de wachtwoorden vergeten waarmee zij thuis konden inloggen om de online lessen
te volgen. Ook waren gezinnen afhankelijk van laptops en tablets voor alle
gezinsleden.’
Om in verbinding te blijven met haar leerlingen, zorgde Niña
in haar lessen regelmatig voor een persoonlijke noot. Bijvoorbeeld door even
een-op-een met elkaar te kletsen of hen extra gelegenheid te geven om vragen te
stellen. En ook de beweging – altijd al een belangrijk onderdeel van
haar lessen – hield ze er online in. Met haar leerlingen deed ze ren-oefeningen
voor punten en fitness-ganzenbord, een spel dat de kinderen graag speelden: ‘Zo
sloegen we twee vliegen in één klap: de kinderen kwamen in beweging en hadden
tegelijkertijd waardevol sociaal contact.’
Tijdens het digitale thuisonderwijs lag het verliezen van
overzicht op de loer en Niña moest goed communiceren met alle betrokkenen: ‘Met
de kinderen moest ik extra goed afstemmen over wanneer ze welke instructie
zouden krijgen en wanneer ze me vragen konden stellen. Met de ouders hield ik
het ook strak: ik zorgde dat zij op zondag al op de hoogte waren van de
opdrachten die de kinderen de komende week te wachten stonden. Zo zorgde ik dat
iedereen goed wist waar ze aan toe waren.’
Improviseren
Corona was ook een zegen, in ieder geval op een bepaalde
manier, vertelt Niña. ‘Doordat ik geen reistijd meer had, hield ik tijd over. Bijvoorbeeld
voor een rondje hardlopen. Ook met het team werkten we een stuk efficiënter. Vroeger
hadden we teamvergadering en dan moesten alle collega’s, ook degenen die
parttime werkten, op school komen. Dat doen we nu echt niet meer.’
Dat niet iedereen kon meekomen in de efficiëntieslag, die in
zo’n rap tempo werd gemaakt, noemt Niña een understatement: ‘Digitaal onderwijs
is individualistischer. Waar het ene kind de verantwoordelijkheid van het
zelfstandig werken goed aankan, vindt de ander dat moeilijk. Soms heeft dat met
thuissituaties te maken, of met hoe ouders in hun vel zitten. Er zijn heel veel
factoren die kunnen meespelen. Neem bijvoorbeeld de enig kinderen. Tijdens de
lange lockdown, aan het begin van 2021, zaten zij vaak alleen thuis, zonder
andere kinderen om mee te spelen. Sommige kinderen heb ik in deze periode echt
dagelijks moeten begeleiden en met hun ouders heb ik extra korte lijnen moeten
onderhouden. Dan moet je soms improviseren en dat kost niet alleen extra tijd,
maar levert ook zorgen op.’
Ook binnen het team moest, naar aanleiding van verschillende
persoonlijke situaties en voorkeuren, soms flink worden geïmproviseerd, legt
Niña uit: ‘In zo’n periode leer je elkaar echt goed kennen. De ene leraar is
toch wat voorzichtiger, de ander wat meer ontspannen. Hetzelfde geldt voor
ouders en kinderen. Dat leverde soms spanningen op, maar zorgde ook voor
begrip. We hebben echt geleerd om elkaar te blijven respecteren en de ruimte te
geven. Je merkt gewoon dat dat het belangrijkst is, wat er ook gebeurt.’