Het beste van twee werelden

Direct na haar pabo-opleiding startte Jolande van Beek op de Sancta Maria in Lettele en ging er sindsdien niet meer weg. ‘Ik begon er als jongste, maar inmiddels ben ik de oudste,’ zegt ze en lacht. Inmiddels heeft ze iedere groep wel eens lesgegeven. Van de kleuters tot de kinderen die bijna klaar zijn voor het voortgezet onderwijs. In de coronatijd miste ze de subtiele, sociale dynamiek van het klaslokaal, maar zag ze in het individuele leerproces van kinderen juist ruimte ontstaan.

Kleine dorpsschool
‘We werken met een klein, hecht team en onze school staat midden in het dorp,’ vertelt Jolande. ‘Letterlijk, maar zeker ook figuurlijk.’ Om de verbinding met het dorp tot stand te brengen betrekt Jolande regelmatig dorpsgenoten in het onderwijs: ‘Ik ken iemand uit het dorp die boswachter is. Toen ik hem vroeg om uitleg te geven over de Nederlandse ‘big five’, was hij hartstikke enthousiast. In de les kwam hij aan met een prachtig gewei en een kop van een wild zwijn. De kinderen sloegen achterover van verbazing. En toen ik ze de opdracht gaf om stukjes te schrijven, kwamen we op het idee om een journalist te vragen om hen daarbij te helpen. Toevallig de buurman van een van de kinderen uit de klas. Zo leren de kinderen binnen en buiten de muren van de school en ontdekken ze verbanden tussen onderwerpen waar ze op dat moment zelf mee bezig zijn.’

Improviseren
Jolande vertelt over de eerste gedwongen sluiting van de school, in het voorjaar van 2020: ‘Plots moest er een hele digitale omgeving worden opgetuigd en zowel leerkrachten als ouders moesten zich dat in sneltreinvaart eigen maken. Rekenlessen, taallessen en begrijpend lezen deden we al digitaal, maar moesten nu via Classroom worden gegeven. Dat was niet altijd makkelijk. Gezinnen met twee of drie kinderen, lukte het niet zomaar om voor iedereen meteen een laptop in orde te maken en de programma’s onder de knie te krijgen. Al helemaal niet als ouders zelf ook nog thuis moesten werken. Iedereen moest even roeien met de riemen die ze hadden.’

Tijdens de tweede lockdown aan het begin van 2021, was het een stuk makkelijker om het digitaal lesgeven weer in gang te zetten: ‘Dagelijks had ik een volle klas voor mijn scherm en aan het begin van iedere dag vroeg ik wie er nog iets wilde delen met de groep. In de online lessen deden we bewust ook leuke activiteiten. Elke dag hadden we een energizer, denk aan een ouder die een stukje muziek had ingestudeerd met zijn kind en dat liet horen. Zo hielden we de moed erin met elkaar.’

Maar, de tweede sluiting duurde lang. De koude maanden januari en februari werden bijna volledig thuis en achter computerschermen besteed. Schaatsen, workshops, sporttoernooien: allerlei sociale activiteiten werden afgelast. Dat deed kinderen verdriet en natuurlijk leed ook het onderwijs. ‘In de praktijk zie je online toch gewoon zestien, zeventien hoofden op een scherm. In dat proces gaan allerlei subtiele dingen die in een klas gebeuren verloren. Online krijg ik bijvoorbeeld niet goed in beeld hoe een kind erbij zit, oplettend of juist niet, en is het voor kinderen moeilijker samen te werken. In de tweede thuiswerkperiode, merkte ik wel dat de kinderen steeds handiger werden in het delen van hun scherm: zo konden ze extra instructie krijgen en beter samenwerken. Ook in het afstandsonderwijs zouden we manieren moeten kunnen vinden om de samenwerking te blijven stimuleren.’

Zelfstandig werken
‘Met het afstandsonderwijs dreigt de afstand tussen snelle en minder snelle leerlingen groter te worden,’ vertelt Jolande. ‘Voor de snelle kinderen is de vrijheid die ontstaat ook een voordeel: zij kunnen hun eigen tijd indelen en houden zo meer tijd over voor hobby’s. Ik had een leerling die al om half zeven ’s ochtends begon en dan om negen uur ’s morgens klaar was. Een ander begon veel later en was ’s avonds om halftien nog bezig. In zo’n situatie krijg ik, als leraar, vanzelf een wat meer coachende rol. Waar de een heel gedisciplineerd is, denkt de ander aan het eind van de week: oei, ik moet nog wel een boel doen. Het omgaan met vrijheid is een leerproces, zowel voor leerlingen als voor mij.

De Sancta Maria besloot, nadat de school weer volledig open mocht, om een deel van de lessen digitaal te blijven aanbieden. Reken- en taallessen worden via Snappet georganiseerd. ‘Daar krijgen kinderen snel een beeld over hun vorderingen: waar sta ik? Waar wil ik naartoe? Ik zie van tevoren welke kinderen uitleg nodig hebben en wie er zelfstandig verder kunnen. Kinderen kunnen ook tijdens de uitleg nog beslissen om mee te doen. Waar je vroeger aan het eind van de dag een schriftje onder je neus kreeg en bij sommigen dacht: die heeft morgen nog een extra uitleg nodig, zie ik nu meteen rode bolletjes staan bij de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dat soort kansen zijn natuurlijk te mooi om te laten liggen. Het beste van twee werelden!’